donderdag 30 juni 2011

30 JUNI 2011; LAATSTE STAGE DAG!!

Vandaag 30 juni 2011, is het mijn laatste stagedag bij het Judith van Swethuis.
Ik vind het heel jammer en ik heb hier een geweldige tijd gehad. Ik heb veel vrienden overgehouden aan deze stage.

Toen ik in de ochtend om 09.00 uur binnenkwam zaten Peter (Teammanager) & Luc (accountmanager) aan de koffie. Ik ging zitten en starte de laptop op. Vervolgens heb ik de binnengekomen mailtjes doorgelezen. Ook heb ik in de agenda gekeken wat er vandaag allemaal gedaan moest worden.

Niet veel later kwam Judith (secretaresse) binnen. Nadat Judith de mailtjes had doorgenomen gingen we aan het werk. Ik moest een formulier invullen voor een medewerker die extra uren had gewerkt.

Toen ik even naar de wc ging en weer terug kwam, zag ik een hele mooie grote bos bloemen voor m'n neus staan. Peter en Judith namen afscheid van me. Ook heb ik een leuke giftcard gekregen die ik bijna in elke winkel kan inwisselen. Ik was helemaal overdonderd en wist niet wat ik moest zeggen.

Toen ik weer een beetje was bijgekomen van al dat emotionele gedoe, ging ik weer aan het werk. Cabdi (huismeester & proportioneerder) stuurt Judith en mij elke donderdag de menulijst. Dit ging ik nakijken op spelfouten en andere foutjes. Cabdi maakt elke week minder foutjes.

Om 12.00 uur kwam mijn vader de hapjes brengen die ik gisteravond de hele avond ik de keuken heb gemaakt. Ik had worstenbroodjes en bladerdeegflapjes gevuld met spinazie en fetakaas blokjes gemaakt. Ik heb op alle afdelingen uitgedeeld. Iedereen vond het lekker.
Ook had ik vandaag getrakteert op lunch. Ik had belegde broodjes gehaald bij de broodzaak.

Toen we klaar waren met lunchen ging ik nog wat kleine dingetjes doen, archiveren en de boel een beetje opruimen. Daarna nam ik nogmaals afscheid van iedereen en mocht ik naar huis.

Ik kom zeker nog terug bij het Judith van Swethuis en ik kan iedereen aanraden om hier stage te lopen.

donderdag 23 juni 2011

Interview met stagebegeleider Peter Lokkerbol.




1. Wat is uw naam?
- Mijn naam is Peter Lokkerbol.

2. Wat is uw leeftijd?
- Mijn leeftijd is 57.

3. Wat betekent u voor het Judith van Swethuis?
- Ik ben er trots op dat ik werk hier in het Judith van Swethuis. Ik zorg ervoor dat de werkprocessen gestroomdlijnd verlopen.

4. Hoelang werkt u al in het Judith van Swethuis?
-. Ik ben hier in dienst sinds 1979.

5. Wat zijn de nadelen van teammanager zijn?
- Ik loop soms tegen m'n grenzen aan.

6. Wat zijn de voordelen van teammanager zijn?
- Ik kan hier mijn talenten inzetten, en niet alleen ik. Ook de bewoners kunnen hier hun talenten inzetten. Ik geef de bewoners de mogelijkheid om te groeien.

7. Hoe bent u terecht gekomen bij HVO-QUERIDO?
- In 1976 zat ik op het MBO en daar moest ik stage lopen. Ik solliciteerde bij het Querido stichting en ik werd aangenomen. Het Querido-stichting zat die tijd op het Robertkochplantsoen. Daar deed ik werk als sociotherapeut.
Toen ik afgestudeerd was op het MBO ging ik op het HBO rechten studeren.
En ik ben een beetje blijven hangen in de zorg, en sinds dien werk ik bij het HVO-Querido.

8. Als u geen teammanager was geweest van het Judith van Swethuis, zou u dan op een andere locatie willen werken?
- Zeker wel. Het liefst zou ik met deze doelgroep willen werken. Als dat niet zou kunnen dan zou ik zeker wel op een andere locatie willen werken binnen HVO-Querido.

vrijdag 17 juni 2011

Vrijdag 17 juni 2011, een stukje geschiedenis




HVO-Querido ontstaat in 1997 uit een fusie tussen stichting HVO en de prof. dr. A. Querido stichting, respectievelijk maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg. We bestaan uiteraard al langer: Hulp voor Onbehuisden is in 1904 opgericht, RIBW Querido is sinds 1969 actief.

Tjitte Jonker (Dokkum, 1866) meldt zich als 18-jarige bij het dan nog piepjonge Leger des Heils (opgericht in Engeland in 1865 en vanaf 1887 in Nederland actief) in Amsterdam.


In de statuten van 1904 staat het doel van de nieuwe organisatie helder omschreven:

De Vereeniging draagt den naam Hulp voor Onbehuisden. Zij is gevestigd te Amsterdam en stelt zich ten doel in de gemeente Amsterdam aan hen die van huisvesting verstoken zijn tijdelijk onderkomen en zoo mogelijk verdere hulp te verleenen tot het voorzien in eigen onderhoud.

De Vereeniging tracht hare doeleinden te bereiken door het beschikbaar stellen van lokalen waarin gelegenheid tot huisvesting wordt gegeven en voeding wordt verstrekt hetzij om niet, hetzij tegen betaling van eene vergoeding, en voorts door andere wettige middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.

Hulp voor Onbehuisden is haar tijd vooruit wat betreft personeel en fondsenwerving. In die tijd wordt armenzorg vooral gedragen door vrijwilligers, terwijl HvO betaald personeel in dienst heeft.

In 1905 bestaat het personeel van HvO uit zeven mensen: een boekhouder, twee opzichters, een kantoorbediende en drie zusters. En uiteraard de directie.

Begin 1906 nemen ook de mannen hun intrek in het Oude Buitengasthuis.

Op 23 april 1908 bezoekt Hare Majesteit de Koningin-Moeder Emma het Oud Buitengasthuis van Hulp voor Onbehuisden.

Op 30 april 1910 is er een bijeenkomst met een serie benefietconcerten ten bate van Hulp voor Onbehuisden in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt.

Onder de noemer "Ben ik mijn broeders hoeder?" laat Jonker in 1910 een piepklein boekje het licht zien waarin hij het werk van Hulp voor Onbehuisden onder de aandacht brengt van de Amsterdamse bevolking.

Op 24 december 1910 komt in Nederland de Reclasseringsregeling tot stand, een uitvloeisel van het inzicht dat een goede nazorg een onontbeerlijke aanvulling is op de strafrechtpleging. Deze nazorg bestaat voor een groot deel uit het werk dat Hulp voor Onbehuisden al jaren doet: het zoeken van onderdak en een wekkring.

Op 30 april viert HvO wederom een kinderfeest met de kinderhulpvereniging. In 1912 komen er maar liefst 1200 kinderen opdraven voor de festiviteiten in het Paleis voor Volksvlijt.
Daags daarna geven de kinderen van Hulp voor Onbehuisden een voorstelling in de Hollandse Schouwburg, uiteraard ook met het doel geld voor de vereniging in te zamelen.

Het dagblad De Telegraaf schrijft op 4 juni 1912 een aardig stuk over het Jongenshuis van Hulp voor Onbehuisden.

In een publicatie uit 1913 getiteld Waarom men Hulp voor Onbehuisden dient te steunen? waarin Jonker onvermoeibaar aandacht vraagt voor het werk en de noden van zijn vereniging, duikt voor de eerste maal een logo van HvO op. Naast de lettercombinatie sieren de Andreaskruizen en de keizerskroon van Amsterdam het beeldmerk.

Op 20 mei 1914 opent Hulp voor Onbehuisden het zogeheten Observatiehuis, een voorziening voor tachtig jongens aan de Vosmaerstraat 1 in Amsterdam. Het is een gebouw van de architect Jan de Meijer.
Dagblad Het Volk toont zich op 22 mei enthousiast over het bouwkundig ontwerp van het Observatiehuis.
In de volksmond wordt dit huis al snel 'het huis voor stoute jongens' of 'het tuchthuis' genoemd.

Op 5 februari 1915 bezoekt koningin-moeder Emma het Oud Buitengasthis van HvO, op 19 maart gevolgd door prins Hendrik.

Op 31 januari 1919 schrijft het Nieuws van de Dag over het toenemend aantal bedelende kinderen in de straten van Amsterdam, ondanks de instelling van kinderwetten en voogdijraden. De krant vraagt zich af of er niet iemand is die zich deze problemen aantrekt en aan wil pakken en geeft zelf het antwoord al, die iemand "met al het gezag van zijn goeden naam" is Jonker, hoofddirecteur van Hulp voor Onbehuisden. "Geen mensch in de stad die hem niet kent. Ieder heeft van hem gehoord, maar helaas, niet steeds is naar hem voldoende geluisterd. Wij zouden al een eind op den goeden weg zijn als men dat gedaan had."
"Men zou waarlijk wenschen millionair te zijn om tot den heer Jonker te zeggen: 'Meneer Jonker, ik sta u borg. Laat eens zien wat gij kunt'" besluit het Nieuws van de Dag.

Op 15 december 1921 overlijdt mevrouw J.C. Jonker-Clauzer, oprichtster en hoofd-directrice van Hulp voor Onbehuisden op 49 jarige leeftijd.

Op 6 juli 1922 overlijdt Tjitte Jonker. Daarmee is Hulp voor Onbehuisden in korte tijd zowel haar oprichters als directie kwijt.

In de jaren twintig speelt in de Amsterdamse gemeenteraad regelmatig de vraag wat er moet gebeuren met dakloze gezinnen.

De winter van 1929 levert in Nederland de op twee na ergste koudegolf van de eeuw: van 11 tot 20 februari is de temperatuur in De Bilt gemiddeld -9,7°C. Een week lang vriest het hier elke dag zeer streng, meer dan 15°C onder nul.

Op 18 april 1929 brandt in Amsterdam het grote Paleis voor Volksvlijt af.

Op 14 maart 1936 wordt het nieuwe Nachtasiel voor mannen aan de Weesperzijde officieel geopend.

Als Duitse troepen op 10 mei 1940 ons land binnenvallen, zijn er direct gevolgen voor Hulp voor Onbehuisden. Zo is het Folmina-huis in Houten, in tegensteling tot de plannen, niet geëvacueerd en moet alsnog op stel en sprong worden ontruimd. Het personeel en de meisjes worden per kolenschuit door het oorlogsgebied vervoerd naar Monster.
Mevrouw A. Akkerman, directrice van het tehuis Folmina van HvO beschrijft een maand later haar belevenissen met de jonge bewoonsters in het tijdschrift van de vereniging:


Op dit geïmproviseerde reismiddel ontbrak natuurlijk alle comfort, doch dat kon ons weinig deren. Toen echter de luiken gesloten moesten worden als voorzorgsmaatregel tegen gevaar, werd het wel wat benauwd in ons tijdelijk verblijf. Maar toen we ergens door sluizen varend, kogels over ons heen hoorden fluiten, waren we blij met onze ijzeren beschutting. Dit voorval bracht heel wat opschudding in ons scheepsruim teweeg, doch onze meisjes, onvervaard, hieven een liedje aan en het was opmerkelijk hoe spoedig hierdoor de onrust tot bedaren kwam.

In januari 1945 worden alle jongens van het huis aan de Prins Hendrikkade opgeroepen voor de Arbeidseinsatz in Duitsland. Niemand gaat.

In 1951 adviseren B&W van Amsterdam om het pand aan het Oosteinde 30 geschikt te maken voor het meisjestehuis Folmina.

In 1952 wordt het nieuwe Ministerie van Maatschappelijk Werk opgericht, de KVP-er Van Thiel is hiervan de eerste minister.

In november 1950 doet mejuffrouw Romswinckel, een door HvO aangestelde psychologe, verslag van haar onderzoek bij de kinderafdeling. De resultaten zijn niet mis. De kinderen van HvO vallen op door uniformiteit en gebrek aan levendigheid. Het personeel in de huizen is wel van goede wil maar het ontbreekt hen vaak aan de juiste opleiding. Ook verpleegsters zijn minder geschikt omdat zij geen psychologische scholing hebben, evenmin als doorgaans de leiding van de tehuizen.
Zij stelt voor om groepen niet langer horizontaal (naar leeftijd) in te delen maar te streven naar een verticale opbouw (van verschillende leeftijden).

In 1950 omvat het personeelsbestand van HvO 170 personen.

In 1951 adviseren B&W van Amsterdam om het pand aan het Oosteinde 30 geschikt te maken voor het meisjestehuis Folmina. De verhuizing van de meisjes naar dit nieuwe huis laat uiteindelijk nog tot 1954 op zich wachten.
Tijdens de bespreking van de subsidieaanvraag van HvO voor 1951 in de gemeenteraad dringt de raad er bij B&W op aan HvO zodanig te subsidiëren 'dat het voldoet aan de eisen van deze tijd.'

In september 1951 besluit HvO de term 'ambtenaar' te schrappen en agogisch personeel voortaan 'sociaal werker' te noemen.

De GG&GD heeft bij monde van dr. Brand geklaagd over het niveau van de begeleiding in het Prinses Marijkehuis (capaciteit 156 kinderen). HvO richt een commissie op om een en ander aan te pakken. In een ander verband vraagt de GGGD of HvO niet een ziekenzaaltje wil inrichten op de Weesperzijde waar 'alleenstaande mannen die onverzorgd zijn tijdelijk worden opgenomen.'

Elf jeugdige bewoners van het Jongenshuis kamperen deze zomer in Zuid Limburg 'vrijwel geheel van zelf bijeengespaard geld.'

In de Volkskrant van 17 november 1951 verschijnt een beschrijving van een tafereeltje bij de politierechter met een bewoner van het Manneninternaat van HvO in de hoofdrol. De bewoner behoort tot de ook dan al vrijwel 'uitgestorven groep van zwervers langs 's Heren wegen' aldus het huisorgaan, want 'In onze verzakelijkte en overgeorganiseerde tijd is voor deze rondtrekkende en vaak onmaatschappelijk geworden tramps vrijwel geen plaats meer.'
De rechter uit het artikel raadt de dakloze aan om naar HvO te gaan. 'Hulp voor Onbehuisden', zei de officier, 'is geen gevangenis'. 'Met permissie gevraagd', zei de landloper, 'spreekt u uit ervaring?'

De heer F.H. van Peski neemt (tijdelijk) afscheid van het bestuur van HvO, de heer R.J.M. Steins Bisschop treedt toe.

In 1951 verstrekt HvO 262.178 nachtverblijven en verpleegdagen, gemiddeld 718 mensen per dag.

In 1952 wordt het nieuwe Ministerie van Maatschappelijk Werk opgericht, de KVP-er Van Thiel is hiervan de eerste minister. Deze ziet het als taak van de overheid om de werkzaamheid van het particulier initiatief te stimuleren. Dat is op dat moment koren op de molen van Hulp voor Onbehuisden.
De staatssecretaris van Sociale Zaken, A. van Rhijn, bezoekt op 11 februari de mannenafdeling van HvO aan de Weesperzijde.

Mejuffrouw H.A. Boelen, bestuurslid van HvO sinds 1923, treedt af. Zij wordt opgevolgd door mevrouw C. Ph. Wassink-Van Raamsdonk. Ook gemeentegedelegeerde dr. A. Brand neemt afscheid, zijn plaats wordt ingenomen door dr. K. Ittmann, eveneens directeur van de GG&GD.

Op 10 december organiseert Frits Rolff ten bate van de vereniging opnieuw een revue in Bellevue, deze keer onder de noemer 'Hulpschip HvO'.
Op de Mannenafdeling aan de Weesperzijde geeft de schrijver Willem van Iependaal een voordrachtsavond.
Over deze afdeling verschijnt een reportage in weekblad De Groene Amsterdammer. Uit het jaarverslag van de Mannenafdeling blijkt dat de bewonerspopulatie in toenemende mate heterogeen van samenstelling is. Men huisvest er het 'gehele scala van de asociale mens: de debiel, de psychopaat de drankzuchtige enz. tezamen met mensen van de meest uiteenlopende karakterstructuur. Hierbij komt nog dat de leeftijden variëren van 20 tot 70 jaar en ouder.'

In 1952 verstrekt HvO 282.959 verpleegdagen, gemiddeld 775 mensen per dag. Er werken 180 mensen.

De heer H.A.J. Baanders, bouwmeester en bestuurslid sinds 1939, overlijdt. In 1955 treedt zijn zoon, eveneens architect, toe tot het bestuur van HvO.

Prinses Wilhelmina schenkt 50 gulden naar aanleiding van de paasfolder. De oplage van het maandblad is 5500.

In 1953 verstrekt HvO 277.568 verpleegdagen en overnachtingen, dat is gemiddeld 760 mensen per dag.

Op 13 januari gaat Folmina, een huis voor meisjes van 13 tot 21 jaar, officieel opnieuw open. Na het Utrechtse Houten en de Van Neckstraat in de Amsterdamse Zeeheldenbuurt dit keer aan het Oosteinde 30.

In 1954 bestaat Hulp voor Onbehuisden vijftig jaar. Dit gouden jubileum moet volgens het bestuur worden gevierd alsof er bij de vereniging niets aan de hand is. Maar zoals onze historica Daniëlle Rigter opmerkt in haar boek In het spoor van Jonker, treffen we op de foto's van de feestelijkheden noch in de berichtgeving daarover een spoor van de hoofddirecteur.

In 1954 verstrekt HvO 264.815 nachtverblijven en verpleegdagen, dat betekent zorg voor gemiddeld 725 personen per dag.

In januari 1955 starten de psychiater G.A. Ladee en de psycholoog M.M. Montessori met hun onderzoek naar wenselijkheid van psychiatrische en psychologische hulp ten behoeve van bewoners van HvO.

Donderdag 16 juni 2011

Ik begon vandaag om 09.00 uur. Toen ik binnenkwam zat ik alleen op kantoor en ik vroeg me af waar iedereen was. Ik zette de computer aan en ik keek in de agenda van Peter. Peter had een vergadering op een andere locatie tot 13.00 uur. Judith kwam om 10.00 uur binnen en we begonnen gelijk te werken. Eerst de mailtjes doorlezen en kijken wat belangrijk was, als iets belangrijk was dat zette ik dat in de agenda en ging vervolgens het rijtje af met taken.

Om 13.00 had ik pauze en ging samen met Judith broodjes halen. Peter kwam om 13.45 binnen en was na 2 min. alweer weg want hij had het veelste druk.

Rond 14.00 uur was de pauze afgelopen en ging ik weer aan het werk. Judith had mij de opdracht gegeven om een zorgcoordinator van een andere locatie te bellen om te vragen of de zorgleveringsovereenkomsten gekopieerd moesten worden en in de dossiers van de bewoners moesten gedaan worden. Helaas heb ik deze mevrouw 2 keer gebeld maar ze nam niet op.

Ik ging verder met andere dingen die gedaan moesten worden. Peter heeft maandag 20 juni R.M.T. (Een belangrijk gesprek met alle teammanagers van alle locatie's) op een andere locatie en ik moest daarvoor stukken uit de mail halen en uitprinten en klaarleggen voor Peter.

Toen ik uiteindelijk klaar was met alles was het alweer 17.30 uur en was het tijd om naar huis te gaan.

Tot het volgende bericht!

woensdag 15 juni 2011

Vrijdag 10 juni 2011

Op de vrijdag zit ik altijd alleen op kantoor dus is er niet zoveel te
doen. Ik kwam binnen en had als eerste een kopje thee gezet. Toen begon ik met de emailtjes lezen. Omdat ik vrijdag alleen zit zijn er nooit veel emailtjes. Judith had al een paar opdrachten voor mij klaargezet. Zo moest ik sleutels inventariseren. Ook moest ik de extra gewerkte uren van een medewerker invullen op een mutatie formulier. Verder heb ik nog een paar documenten gearchiveerd en toen was ik al door al mijn opdrachten heen. Als ik klaar ben mag ik naar huis.

Tot het volgende bericht!

donderdag 10 maart 2011

Donderdag 10 maart 2011

Donderdag 10 maart 2011.

Vandaag begon ik om 09.00 uur. Toen ik binnenkwam was mijn baas, dhr Peter Lokkerbol al
aanwezig. Ik deed als eerste de laptop aan. Toen ik dat had gedaan ging ik een kopje thee zetten voor mezelf en voor Peter een kopje koffie.

Na 10 minuutjes kwam Judith, de secretaresse van Peter, en mijn begeleider, ook binnen.
We gingen gelijk achter de laptop zitten en gingen de mailtjes checken. Er was niet zo heel veel
te doen dus gingen we verder met de taken van gister die niet helemaal af waren.
We moesten een paar bedrijven bellen om een factuur te controleren.

Toen we daarmee klaar waren toen kwam Mariette Ramaker, de maatschappelijk werkster
van HVO-QUERIDO - Judith van Swethuis mij vragen of ik haar kon helpen omdat de dominee
langskwam voor de religie. Ik moest haar helpen met de kamer netjes maken en de tafel dekken, kopjes koffie en thee neerzetten, en de kaarsen neerzetten.

Toen ik daarmee klaar was, was het alweer tijd voor een lunchpauze.
Judith en ik gingen langs de afdelingen om weer brood en beleg te halen.
Rond 13.00 uur waren we klaar met lunchen en gingen we weer aan het werk.

Mijn baas Peter Lokkerbol had in de vergaderzaal een vergadering en vroeg
mij om de zaal netjes te maken en om te kijken of er genoeg kopjes waren voor de
gasten die kwamen. Toen ik klaar was met de zaal netjes maken, gingen Judith en ik weer aan het werk.

Op maandag 14 maart heeft Peter een belangrijke IRMT vergadering, dat staat voor ''Integraal Regio Management Team vergadering''. Voor deze vergadering heeft Peter een aantal stukken nodig en dat is mijn taak om daar voor te zorgen. In Peter's mail kan ik de stukken terugvinden die hij gemaild kreeg van de secretaresse van een andere Regiomanager. Ik heb deze stukken uitgeprint en netjes op stapeltjes van 2 gelegd. Het was een behoorlijke klus omdat ik door heel veel mailtjes moest zoeken en het waren behoorlijk veel stukken die geprint moesten worden.

Toen ik klaar was met de stukken printen voor het IRMT, toen gingen Judith en ik de handleiding en beoordelingsboekje doornemen van school. Aangezien ik volgende week, (16 maart 2011) mijn eerste beoordelingsgesprekje heb, moesten we deze doornemen.

Nadat we klaar waren met alles doornemen was het al 16.23 uur en nu schrijf ik m'n blog.
17.00 uur mag ik lekker naar huis!

Tot het volgende berichtje!